Rotterdam, mijn stad. Rotterdam is mijn thuishaven. Een stad van noeste arbeid. Niet lullen maar poetsen. Een stad van iconen, zoals De Zwaan, De Euromast, Van Hanegem, wijlen Jules Deelder, en zoveel meer. De stad van Feijenoord, Sparta en Excelsior. Van Brienenoord tot Spangen, van Nesselande tot Charlois. De stad waar een pan bami op straat heel normaal is. De Lijnbaan, de Koopgoot, de Markthal, waar we onze eigen namen kiezen. Rotterdam, Rotterdam, de stad waar ik zo van hou.
Rotterdam, dat is mijn stad
Rotterdam, mijn stad. De stad van…
Broodje Akong, Chinnies, Pampas. Luxor, Cinerama, Lumiére. Laxala, Via Ritmo, Plan C. De Baja Beachclub, American Dreamcafé, Breakaway café. Kapsalon El Aviva, Appeltaart van Dudok, een Brammetje pinda. Lau en Tiny, Stuk in je kraag, en als dat jassie van je beschadigd is, en je wilt er wat aan doen…
Manhatten aan de Maas, Rotterdam Racing, De Kuip. De Dance Parade, Maassilo, Parkzicht. Euromasters, gabberhouse, alles naar de klote.
Port of Rotterdam, haven van Europa, Hoek van Holland. De Spido, watertaxi en de binnenvaart. Rotterdam, de verwoeste stad, hoogbouw, de skyline. Walk of fame, de Heksenkethel, Dancing Pschorr.
Rotterdam, mijn stad, modderstad. Met de mouwen opgestroopt. Café Loos, Hotel New York, schip tot Rotterdam gedoopt. Laurenskerk, tot Cruise Terminal, de beste stuurlui aan wal.
Onder de rook van Rotterdam, die stad, mijn stad.